Skip to main content

Oproep

Op 1 april opent de tentoonstelling over de schildersfamilie Van Delft in het Huis van Waalwijk. Twee maanden lang hangen daar dan ruim honderdvijftig schilderijen, merendeels uit particulier bezit, de afgelopen tijd verzameld door enthousiastelingen als Francesco van Mierlo en Carla Kriek van het Kunstencentrum Waalwijk en kunstkenner Toon Gouda. Waalwijk krijgt zijn eigen, bescheiden tegenhanger van de Jeroen Bosch-gekte die Den Bosch dit jaar in zijn greep heeft.

Vorige week kreeg ik nog een vriendin op bezoek die mij onder de koffie vertelde dat haar familie waarschijnlijk ook al generaties lang een Van Delft in bezit heeft, een groot doek van een hoornblazer. We hebben meteen Francesco gebeld. Die heeft inmiddels een fotootje gemaild gekregen ter beoordeling.

Ik krijg er een warm gevoel bij, zo’n tentoonstelling die letterlijk vanuit de bevolking wordt samengesteld. En dan ook nog eens in het oude Kropholler gemeentehuis. Hoe Wolluks willen we het hebben?! Ik heb me zelfs als vrijwilliger aangemeld voor hand- en spandiensten, net als een lange lijst andere Waalwijkers. We gaan er iets moois van maken samen! Ik voorspel een grote toestroom van publiek.

Onlangs was ik met Toon Gouda in de ontvangsthal van de voormalige Van Harenfabriek, waar tegenwoordig een handel in nostalgische designmeubels zit. Die hal is ooit beschilderd door Theo van Delft, daarbij geholpen door Theo Jansz. Van Delft, het neefje van Theo. Wat een pracht! Er ontvouwt zich daar onder een schitterend glas-in-lood plafond een Panorama Mesdag-achtig tafereel dat de geschiedenis van de leder- en schoenindustrie vertelt. Je kijkt er je ogen uit! Zeker als de zon door dat glas-in-lood schijnt verandert de ruimte in een soort kapel waar de geschiedenis wordt geëerd. Je waant je vijftig, zestig, zeventig jaar terug in de tijd.

Nu kunnen die wandschilderingen natuurlijk niet even verplaatst worden naar het Huis van Waalwijk. Helaas… Maar het zou eeuwig zonde en een gemiste kans zijn als ze niet op de een of andere manier betrokken zouden worden bij de komende tentoonstelling.

Daarom wil ik op deze plek een vurig pleidooi houden om die ontvangsthal van Van Haren tijdens de Van Delft-expositie open te stellen voor publiek. Al is het maar op een paar zaterdagen. Dat verdient de Waalwijkse bevolking en zou een mooi eerbetoon zijn aan de generaties van toen, vooral aan al die arme sloebers die in de fabriek ooit onder barre omstandigheden hun schamele boterham verdienden. De voorvaders en -moeders van talloze Waalwijkers van nu.

Ik meld me bij deze aan om daar dan als suppoost te gaan staan!

Joep Trommelen   14 maart 2016