RKC gaat waarschijnlijk degraderen. Wat blijft, zijn de herinneringen aan die avondjes 'Wolluk', waar de mensen nog goed zijn.
Begin dit jaar was het twintig jaar geleden dat ik voor het eerst een thuiswedstrijd van RKC bijwoonde. RKC - Ajax, 2 februari 1994.
De datum moest ik uiteraard opzoeken, maar twee dingen herinnerde ik me nog goed: dat het een avondwedstrijd bij kunstlicht was en dat het koud was.
Ik bezocht Waalwijk als aanhanger van de bezoekende club van die avond en tot op de dag van vandaag is Waalwijk de enige voetbalstad ter wereld waar ik iemand tegenkwam die niet op de hoogte was van het feit dat er in zijn woonplaats een profvoetbalclub actief was.
Ga dat maar eens zoeken in Engeland of Schotland: een stadje waar volwassen mannen vraagtekens in de ogen krijgen wanneer je ze de weg naar het plaatselijke voetbalstadion vraagt. In Waalwijk bestaat het. Het bestond althans in 1994.
We moesten de weg vragen omdat we bij een verkeerde halte uit de streekbus vanuit 's-Hertogenbosch waren gestapt en ineens in een woonwijk stonden. We zagen nergens lichtmasten en op straat was niemand te bekennen.
Lange fietsenstalling
Pas na een hele tijd om ons heen kijken, ontwaarden we een man in de avondnevel. Hij was bezig zijn hond uit te laten op een kinderspeelveldje.
We vroegen de man of hij wist waar het stadion was.
"Stadion?" vroeg hij. Hij trok er een gezicht bij alsof we hem net hadden gevraagd of hij misschien de beroemde man met de drie piemels was.
"Ja. Stadion", zeiden wij. "Het stadion van RKC. We komen voor de wedstrijd."
"RKC?" vroeg de man. "Als u de sportvelden zoekt, moet u die kant op."
We liepen die kant op. Net toen we vermoedden dat de man ons een poets van het type 'Do ist der Bahnhof' gebakken had, besloten we, staand voor een lange fietsenstalling, nog maar eens een Waalwijker de weg te vragen.
De fietsenstalling bleek dus het stadion te zijn. Sportpark Olympia.
Drumband
Tot vlak voor de aftrap dronken we bier in de kantine van een naast het voetbalveld gelegen amateurvereniging waar supporters van de tegenpartij van harte welkom waren - en na de wedstrijd keerden we er terug. Tussendoor won Ajax met 3-0 (de uitslag moest ik opzoeken), een clean sheet, ondanks de aanwezigheid van Marco Boogers én Harry Decheiver bij RKC.
Sportpark Olympia verdween, het Mandemakers Stadion kwam, maar dat donderde allemaal niets: ik bleef jaar in jaar uit met veel plezier in Waalwijk komen.
Nooit zal ik de najaarsavond in 2002 vergeten waarop de scheidsrechter de tweede helft wilde laten beginnen, maar de drumband Wilhelmina van geen wijken wilde weten. Onverstoorbaar toeterde men voort. Zelfs toen stewards de dansmariekes en muzikanten met zachte dwang van het veld hadden gebonjourd, speelden ze buiten het stadionnetje gewoon verder tot het klaar was.
En dan had je natuurlijk nog Khalid Sinouh, de keeper die - wanneer je hem maar lang genoeg bleef jennen - vroeg of laat terug ging praten tegen het uitvak. En daarna ging 'ie dan fouten maken.
Kneuterig
Zondag degradeert RKC Waalwijk waarschijnlijk. Dat kan nu eenmaal gebeuren. Degradanten horen bij een competitie. Toch zal ik, zonder krokodillentranen te willen huilen, RKC een beetje missen, ook al proberen nog zoveel mensen me ervan te overtuigen dat een dergelijk 'lelijk eendje' niet in onze elitedivisie 'hoort'.
RKC stond altijd voor ongeveer alles dat het Nederlandse lekker klein en kneuterig hield. Als RKC eruit vliegt, komt er een nog kleiner clubje met een nog veel kleiner stadion voor in de plaats, maar toch: Kralingen is geen Waalwijk. RKC was altijd een vertrouwde oase van Brabantse dorpsheid in de hoogste divisie van ons profvoetbal. Precies daarom houd ik van de eredivisie, geloof ik.
Laten we proosten op de Waalwijker die het RKC-stadion niet kende, voordat we het zelf ook zijn vergeten.
- Menno Pot mei 2014 (gepubliceerd op NUsport)