Zwart
Ik was vrijdag in het Huis van Sinterklaas, waar de Sint en ouderwets zwarte Pieten de ene na de andere schoolklas op een onvergetelijke ervaring trakteerden. Wat mij vooral opviel: de onvoorwaardelijke vrolijk- en vriendelijkheid van het gebeuren in het voormalige raadhuis van Kropholler.
Ik was als zwaar gelovige ooit vooral bang van Sint en Piet. Een angst die uiteindelijk overwonnen moest worden om voor cadeaus in aanmerking te kunnen komen, dat wist de realpolitiker in mij dan ook wel weer. Maar de tijden zijn veranderd; Sint is nu vooral een kindervriend. De zak enkele reis naar Spanje en de roe voor stoute kinderen zijn taboe geworden. Gelukkig maar…
Waarom levert de Zwarte Pietendiscussie dan zoveel gif in het debat op? Ik had me voorgenomen om hier zoveel mogelijk over te zwijgen, al is het alleen maar omdat je als je tegen Zwarte Piet bent, je waarschijnlijk tonnen zoutzuur over je heen krijgt afkomstig van anonieme reaguurders op internet. Goed, het zij zo… Ik kan het zo kort voor het heerlijk avondje toch niet laten.
Als mensen zich gekwetst of weggezet voelen door die zwarte knecht, waarom passen we de traditie dan niet gewoon een beetje aan? Iedereen gelukkig, de traditie gaat gewoon door, geen kind overboord! Toch? Ik vrees dat er door de jaarlijks terugkerende ‘discussie’ uiteindelijk meer kinderzieltjes worden beschadigd dan door het vervangen van de pikzwarte, ietwat domme, van gouden oorring en dikke lippen voorziene Piet door een ‘roetveeg’-Piet of knecht van een andere kleur. Laten we eerlijk wezen: dit is vooral een probleem van volwassenen, geen kind dat er naar kraait als Piet volgend jaar van kleur verandert.
En toch doet het pro-Zwarte Pietenfront alsof het voortbestaan van de Nederlandse cultuur op het spel staat. Dat lijkt me op z’n zachtst gezegd een beetje overdreven. Maar laten we eens kijken hoe de Nederlandse Sinterklaastraditie tot stand is gekomen.
De verering van de patroonheilige van de zeevaarders en de beschermheilige van kinderen was een van oorsprong oer-katholiek fenomeen. De eerste keer dat die traditie werd aangepast was door hem wat minder uitgesproken katholiek te maken; dan konden de protestanten ook meedoen. Die eerste metamorfose heeft alleen maar tot een toename van de kindervreugd geleid.
Het Sinterklaasfeest zoals we dat nu kennen is in Nederland min of meer ingevoerd door onderwijzer Jan Schenkman, die in 1850 het boekje Sint Nicolaas en zijn knecht liet verschijnen. Dat was tien jaar voordat in ‘ons’ Suriname de slavernij werd afgeschaft. In ‘ons’ Indië zou het nog een halve eeuw langer duren voordat de slavernij verdween. In Schenkmans tijd was het nog heel normaal om Zwarte Piet als een stereotype domme neger neer te zetten die kinderen vooral angst moest aanjagen. Schenkman was overigens een wat verlichtere figuur omdat in de eeuwen daarvóór Sinterklaas vooral als een boeman naar de kinderen werd gepresenteerd en de onderwijzer al wat moderne pedagogische inzichten in het verhaal plantte. In andere landen gebruikten ze duivelse figuren als knecht in de Sintverhalen, zoals de Père Fouettard (zweepvader) in Zwitserland. Zwarte Piet had dus oorspronkelijk geen al te beste rol, maar in die tijd gingen ze anders met kinderzieltjes om dan wij nu…
Vandaar ook dat sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw zowel de zak naar Spanje (wellicht ook omdat vliegtickets steeds goedkoper werden) als de roe zijn verdwenen. En pas sinds een jaar of tien stelt Nederland het eigen slavernijverleden aan de orde. Geen wonder dus dat gekleurde Nederlanders zich af gaan vragen of die Piet nog wel van deze tijd is. Het enig dat ik ze zou kunnen verwijten is dat ze er rijkelijk laat mee zijn.
Maar dat volgende stapje in het moderniseren van de Sinterklaastraditie, het zwart van de pieten halen, is er blijkbaar een te ver. Hier zet de blanke Nederlander de hakken in het zand. Afblijven van onze traditie! Wat voor hen zo onschuldig lijkt is dat in de ogen van een aantal afstammelingen van slaven niet. En dat kan ik goed begrijpen. Het gaat hier niet om de wil van de meerderheid, maar om respect voor de minderheid en om beschaving.
Begrijpen, daar gaat het volgens mij om. Sinterklaas heeft het verdwijnen van roe en zak ook overleefd en het feest wordt alleen maar mooier als we nog een stapje verder durven gaan in het moderniseren. Tradities zijn levend en veranderen dus mee met de wereld.
Ook ik ken als blanke Nederlander tal van ‘white privileges’ die het mij makkelijker maken in het leven. Een voorbeeld? Joep Trommelen, dat solliciteert denk ik toch net iets makkelijker dan Quincy Telefoontoestel. Natuurlijk zijn de meeste Nederlanders allang niet bewust racistisch meer; ongelijkheid, ook op basis van kleur, zit wel degelijk in onze cultuur ingebakken. En dus ook in onszelf. Ongemerkt, onbedoeld maar daarom nog niet minder schadelijk. Ook ik ben in die zin een racist.
Ooit waren we in Nederland zo trots op onze tolerantie en ruimdenkendheid; nu snapt de rest van de wereld niet waarom wij hier nog ‘blackfaces’ kennen en net doen alsof die onschuldig zijn. Zelfs als de Verenigde Naties er iets van zeggen reageren we ontstemd in plaats van dat onszelf eens op het hoofd te krabben… Waar bemoeien ze zich mee! We lijken steeds verder weg te kruipen achter onze dijken, bang voor vluchtelingen, moslims, Europa en Pieten die niet zwart meer zijn.
Goed, ik ben nu met de billen bloot: wie wil slaan, ga je gang… Maar dan liever niet met de roe. En naar Spanje ga ik zelf wel.
Joep Trommelen 30 november 2015