De Amstel
Maar liefst 220 van de 300 huishoudens in de wijk de Amstel steunen een handtekeningenactie die de gemeenteraad ertoe moet brengen in te grijpen in de ‘verpauperende’ wijk. De grieven van de actievoerders: verzakkingen in de weg, onkruid tussen straatstenen, scheve plantenbakken, graffiti op een stroomhokje, verschillende soorten verlichting in verouderde straatlantaarns en groen dat niet goed wordt bijgehouden.
Ik ben zojuist even wezen wandelen door de wijk, die ik wel vaker gebruik als wandelroute richting centrum. Er was me nog nooit iets echt vervelends opgevallen. En ook nu gebeurt dat niet. Ja, inderdaad, het wegdek oogt hobbelig. Maar met de stapvoetse snelheid waarmee auto’s hier mogen rijden kan dat geen probleem zijn. Scheve plantenbakken? Ja, ik zie er een paar, maar ik zie toch vooral keurig bijgehouden voortuintjes. Her en der schreeuwt een schutting achter een huis om een likje verf. Zwerfafval zie ik nauwelijks. En die graffiti? Ik vraag me af of er ergens nog een stroomhokje te vinden is zónder… Nee, een alarmbel gaat er niet af tijdens deze ochtendwandeling…
Maar die onvrede moet toch ergens vandaan komen? De initiatiefnemers van de actie zijn mensen die er al lang wonen. De wijk is inmiddels 36 jaar oud. Ik ben zelf opgegroeid in een wijk die begin jaren zeventig verrees. Een combinatie van jonge, toen nog louter blanke gezinnen en ouderen in zogeheten maisonettes. Die wijk is onherkenbaar veranderd. Zou zoiets zich soms ook in De Amstel hebben afgespeeld? En kan dat de onvrede verklaren?
De Amstel is nota bene een wijk waar de eerste bewoners mee hebben mogen praten over de inrichting. De verwachtingen moeten toen hooggespannen zijn geweest. Maar wat toen, in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, voldeed aan de eisen van de tijd, voldoet dat wellicht nu niet meer? Wat opvalt zowel in de Amstel als in de straat waar ik ben opgegroeid: veel huizen zijn klein, in de ogen van wat tegenwoordig de gemiddelde burger is waarschijnlijk té klein.
In ‘mijn’ straat heeft er sinds 1971, toen wij er kwamen wonen, bovendien een demografische revolutie plaatsgevonden. Er wonen nu veel gezinnen van buitenlandse komaf en de tevreden bejaarden van toen hebben plaatsgemaakt voor een- of tweepersoonshoudens bestaande uit mensen uit de marge van de maatschappij, die op de een of andere manier in de verdrukking zijn geraakt. Als ik nu door de straat loop, denk ik: zo was de Noordstraat ooit, een getto op Wollukse schaal.
Toen echter woonde bij mij in de straat een optimistische generatie jonge ouders met tevreden gepensioneerden onder zich. Dat optimisme en de sociale samenhang van toen zijn verdampt, en niet alleen in ‘mijn’ straat. Heel Nederland lijkt te zuchten en te kreunen onder onvrede en onzekerheid. Is dat in de Amstel ook gebeurd? Dat de bewoners van het eerste uur zich niet meer herkennen in hun wijk, in de bedoelingen die ze er ooit mee hadden?
In dat geval kan de gemeente scheve plantenbakken rechtzetten wat ze wil, maar de scheve gezichten zullen er niet mee verdwijnen.
Joep Trommelen 19 april 2016